Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990
Artikel 28
1
Het veterinair tuchtcollege houdt zitting in een samenstelling bestaande uit vijf leden, te weten de voorzitter, alsmede:
a
indien de klacht gericht is tegen een dierenarts: vier dierenartsen;
b
indien de klacht is gericht tegen een para-veterinair: twee para-veterinairen en twee dierenartsen;
c
indien de klacht gericht is tegen een dierverloskundige: twee dierverloskundigen en twee dierenartsen;
d
indien de klacht gericht is tegen een kastreur: twee kastreurs en twee dierenartsen.
2
Bij ontstentenis van benoemde dierverloskundigen of kastreurs, kunnen dierenartsen zitting nemen in plaats van een dierverloskundige onderscheidenlijk een kastreur.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.